De zomer van 2018
We mogen zeggen dat het op verschillende vlakken een hete zomer was. We zijn niet van plan om het hier over het weer te hebben, maar over de verschillende items die de betonsector niet onopgemerkt zijn voorbij gegaan. Om de vakantie af te sluiten en het najaar goed in te zetten, vroegen we FEBE-voorzitter Stefan Van Buggenhout om stil te staan bij enkele betongelinkte onderwerpen van deze zomer.
WATER
BETON: Laten we het eerst over water hebben, hot item in de actualiteit van de voorbij zomer. In Ukkel werden weliswaar geen records gebroken, maar de warmste zomer van 1976 werd geëvenaard. De beschikbaarheid van voldoende water blijkt niet langer vanzelfsprekend. Een nog prangender probleem is de daling van de grondwaterstanden. Beton lijkt daar op het eerste gezicht geen antwoord op te bieden. Toch is water het thema van BETON 241.
BETON: Waar liggen volgens u de belangrijkste links tussen beton en water?
Stefan Van Buggenhout: “Een foto van de aarde vanuit de ruimte doet uitschijnen dat er aan water geen gebrek is. 71% van de aarde is bedekt met water. Zouden we deze planeet vandaag een naam moeten geven, dan zou dat wellicht niet ‘Aarde’ maar ‘Water’ zijn. Maar, van die 71% is slechts 3,5% zoet water. Het grootste deel daarvan (69%) bevindt zich in bevroren toestand. Zou je berekenen wat het percentage in gewicht is, zou de schaarste pijnlijk zichtbaar worden: 0,02% is water.”
“Water is een kostbaar en een zeldzaam goed. Een betonproducent is zich daar zeer bewust van, water is immers een belangrijke grondstof. De zorg voor water biedt grote kansen. Waterproductie en -zuivering moeten daarbij altijd samen bekeken worden.”
“Dat beton geen antwoord zou bieden, vind ik een sterke bewering. Een aantal van de verenigingen van FEBE – met voorop de verenigingen FEBELCO, FEBEO en FEBESTRAL – laten aan de hand van hun portfolio duidelijk zien dat ze hard meedenken en oplossingen bieden waarmee iedereen aan de slag kan.”
BETON: Welke rol kan beton spelen in de aanpak van de gevolgen van de klimaatverandering?
Stefan Van Buggenhout: “Ik geef enkele voorbeelden van oplossingen in prefab beton. Zuiver hemelwater kan opgeslagen worden in geprefabriceerde betonnen regenwaterputten zodat het later voor allerhande toepassingen gebruikt kan worden in plaats van leidingwater. Door gebruik te maken van waterpasserende verhardingen moet men geen keuze maken tussen het comfort van een verharding en het drainerend vermogen van een niet verhard oppervlak. Poreuze buizen zorgen ervoor dat water lokaal in de bodem kan dringen en niet afgevoerd moet worden en volledige rioleringsstelsels in beton zorgen er dan weer voor dat het huishoudelijk afvalwater naar waterzuiverings- stations wordt afgeleid. Wanneer het om de zorg voor water gaat, is geen enkel ander materiaal zo veelzijdig aanwezig als geprefabriceerd beton.”
“Het sproeiverbod van deze zomer heeft iedereen gevoeld. Het positieve aspect van het verhaal is dat we allen bewust worden van de gevolgen, en hopelijk ook de oorzaken, van de klimaatverandering. We hebben voldoende mogelijkheden om als architect, ontwerper of eigenaar maatregelen te nemen die ons helpen om water te bergen en te infiltreren.”
Brug
BETON: De media werden de tweede helft van de zomer gedomineerd door een ander nieuwsfeit: de ingestorte snelwegbrug van Genua. Kan u zeggen hoeveel mensen u gevraagd hebben het probleem nader te verklaren?
Stefan Van Buggenhout: “Het drama met de brug in Italië liet niemand onberoerd. De vraag om een reactie werd inderdaad tientallen keren gesteld. Je kan vanuit je expertise wel een aantal scenario’s bedenken maar het blijft uiteindelijk wachten op het verdict van de Italiaanse experts. Zolang een oorzaak niet gekend is, kan men de krant vullen met meningen maar die doen niet ter zake. De conclusies van de experten zullen zonder meer gevolgen hebben voor de manier waarop bruggen ontworpen worden.”
BETON: Hebben de gebeurtenissen u tot nieuwe inzichten gebracht met betrekking tot wat een goed ontwerp is?
Stefan Van Buggenhout: “Wat boeiend is om te zien, is dat het instorten van de brug aanleiding geeft tot reacties die een aantal principes blootleggen. Het publiek verwacht van kunstwerken dat ze goed worden ontworpen, goed worden uitgevoerd en goed worden onderhouden. Bij goed ontwerp hoor ik vaak het begrip ‘robuustheid’ vallen. In welke mate is een constructie bestand tegen een actie die je niet voorzien had bij het ontwerp en hoe zorg je ervoor dat de schade binnen proportie blijft en dat de structuur waarschuwt alvorens
te falen. Gezonde principes waarmee een ingenieur aan de slag kan.”
“Als het om goede uitvoering gaat, maken we graag de analogie met de keuken. Je hebt voor een goed gerecht niet enkel goede ingrediënten nodig, ook de chef moet zijn vak beheersen. We vinden het logisch dat de producenten van prefabbeton kwaliteitsschema’s toepassen om quasi perfecte producten aan de bouwplaats te leveren. Maar als het om de controle op de uitvoering gaat, dan zijn we minder veeleisend. Ik verneem dat het toezicht op de werf, los van het type van project, steeds terugloopt terwijl dit net een aspect hoort te zijn waar meer aandacht naartoe gaat.”
BETON: Welke andere aspecten ziet u?
Stefan Van Buggenhout: “Een goed onderhoud is noodzakelijk om de lange levensduur van een constructie te garanderen. Het gedrag van de constructie wordt immers niet enkel bepaald door haar weerstand, ook door de belasting die op de brug aangrijpt en je weet hoe onze verkeersintensiteit evolueert. Ik las in de kranten dat de gewesten er een gedetailleerde inventaris op nahouden en een aantal bruggen wat scherper in de gaten houden. Goed nieuws. Ik vermoed overigens dat we dankzij de digitalisering binnenkort aan de hand van sensoren de gezondheid van onze bruggen automatisch in kaart brengen. Maar onze infrastructuur bestaat uit meer dan bruggen alleen. De OESO wijst er op dat België de voorlaatste van de klas is als het om investeringen in infrastructuur gaat. De stelling dat er meer geïnvesteerd moet worden in infrastructuur kan ik enkel bijtreden. ‘Belgische investeringen in beton lopen hopeloos achter’ kopte De Tijd. Het is eens wat anders na al die berichten over de Betonstop.”
OPERAPLEIN
BETON: Dichter bij huis tekenden bijna 8.000 mensen de petitie voor meer groen op het nieuw aangelegde Operaplein in Antwerpen. De tegenstanders vinden het plein een grijze, betonnen steenmassa die het Operagebouw geen eer aandoet.
Stefan Van Buggenhout: “De aanleg van een groot plein heeft een invloed op veel mensen, niet het minst op de mensen die rond het plein wonen of die er dagelijks gebruik van maken. Daarnaast wordt de aanwezigheid van ‘groen’ al een aantal jaren intensief gepromoot. Wanneer men dan geconfronteerd wordt met een plein dat niet weelderig voorzien is van groen, lijkt het al snel of er iets negatiefs komt. Het is moeilijk om zo een project in een groter geheel te zien.”
BETON: De opposanten willen inderdaad meer groen en een fontein. Vanuit de hoek van architecten en stedenbouwkundigen wordt nochtans wel positief gereageerd op het plein, dat zij zien als een visueel rustpunt in de stad. Hoe staat de betonsector tegenover deze visie?
Stefan Van Buggenhout: “Ontwerpers, maar ook lokale politici, hebben de plicht om de bewoners van een stad te tonen wat de ruimere visie is en hoe alle stukjes bijdragen tot een groter, evenwichtig geheel. Helaas schort het hier vaak aan en is er van communicatie van het grotere geheel vaak weinig sprake. Een stad heeft behoefte aan open ruimtes. Ze laten architectuur tot haar recht komen en bieden de mogelijkheid om evenementen te organiseren. Kleinschalige elementen laten toe om op speelse wijze met groenvoorzieningen om te gaan zonder in te boeten op het doel van het plein. In ons magazine BETON vinden ontwerpers alvast voldoende inspiratie om tegelijkertijd groen en de mogelijkheid om water te laten infiltreren te integreren. In Vlaanderen leidt het gebruik van dit soort verhardingen op plekken waar voorheen een gesloten verharding lag zelfs tot subsidies.”
“Maar wat minder aan bod kwam was het feit dat er Portugees graniet gebruikt werd om dit plein aan te leggen.”
BETON: Dat had beter gekund, voorzitter.
Stefan Van Buggenhout: “Je kan je moeilijk voorstellen dat er geen variant bestond in lokaal geprefabriceerd beton dat tot hetzelfde visuele plaatje had kunnen leiden. Ook bij zulk project mag en moet er aandacht gaan naar lokale werkgelegenheid en de ecologische impact.”