Vincent Kerkstoel, de nieuwe voorzitter van FEBE, aan het woord
“Prefabricatie laat toe om kwalitatief en snel te bouwen”

De Federatie van de Betonindustrie heeft sinds juni een nieuwe voorzitter: Vincent Kerkstoel. Hij volgt Stefan Van Buggenhout (CRH Structural Concrete nv) op, wiens mandaat na zeven jaar eindigde. BETON vroeg Vincent Kerkstoel naar de uitdagingen van de betonsector in de komende jaren, en kreeg een uitgebreid antwoord.
BETON: Kan u, voor we op uw visie ingaan, eerst even uw achtergrond schetsen?
Vincent Kerkstoel: “Zeker. Ik ben 44 jaar en vader van drie kinderen. Ik woon met mijn gezin in Keerbergen. Ik behaalde het rechtendiploma in Antwerpen en Brussel, en dat met een specialisatie in financieel-economisch recht. Na mijn studies kwam ik onmiddellijk terecht bij KERKSTOEL 2000+ nv, gespecialiseerd in prefab vloerplaten, dubbele wanden, massieve wanden en sandwichpanelen. Na enkele jaren werd ik er (mede)eigenaar.”
BETON: Ook bij FEBE bent u al langer actief.
Vincent Kerkstoel: “In 2006 vervoegde ik de Raad van Beheer van FEBE. Sinds enkele jaren volg ik ook de sociale onderhandelingen binnen de sector op. Dat ik nu het voorzitterschap mag opnemen, beschouw ik als een hele eer. Ik ben enorm trots op deze federatie en kijk uit naar een fijne samenwerking met de medewerkers van FEBE, de leden van de Raad van Beheer en alle andere leden van de federatie.”
BETON: U gaat spannende tijden tegemoet. De bouwsector – en daarmee ook de prefab beton sector – is in volle verandering. Om maar iets te noemen: er vallen tegenwoordig heel wat modewoorden. Denk aan ‘robottechnologie’, ‘Internet of Things’, ‘augmented reality’. Hoe kijkt de prefab sector naar deze ontwikkelingen?
Vincent Kerkstoel: “De digitalisering in de bouwsector neemt toe en de prefab sector volgt die evoluties op de voet. Een aantal ‘nieuwe’ technologieën zoals robotisering, lasers, optisch scannen en virtual reality hebben in meer of mindere mate hun weg naar onze sector gevonden. Ik denk dat we een belangrijke rol kunnen spelen bij de introductie van ‘augmented reality’. Door informatie via beelden aan de werkelijkheid toe te voegen, is er meer informatie op intuïtieve wijze voorhanden, wat uiteindelijk leidt tot minder fouten, zowel in de fabriek als op de bouwplaats.”
“Ook het ‘Internet of Things’ biedt kansen. Wanneer materiaal en materieel in staat zijn te communiceren, ontstaan er ongeziene mogelijkheden om bijvoorbeeld de arbeidsveiligheid te verhogen of om bedrijfsprocessen verder te optimaliseren, wat in een concurrentiële sector toch noodzakelijk blijft.”
BETON: Onder invloed van digitalisering zal wellicht ook het profiel van de betonarbeider in de fabriek evolueren. Is dat ook uw mening hierover? Zo ja, is dit een opportuniteit of een bedreiging voor onze sector?
Vincent Kerkstoel: “Ik ben het er wel mee eens dat het profiel van de arbeider zal evolueren, in dezelfde zin als dat automatisering het profiel van de betonarbeider heeft veranderd. Ik zie dit eerder als een opportuniteit dan als een bedreiging.”
“Ik stel vast dat de knelpuntcompetenties in onze sector nog altijd de ‘hard skills’ zijn, zoals ijzervlechten, bekisten en planlezen. Door de automatisering werd de job aantrekkelijker en hebben we voor meer instroom kunnen zorgen. De digitalisering kan eenzelfde effect hebben. Het kan een middel zijn om mensen met andere vaardigheden op te nemen binnen de werking van je bedrijf. Natuurlijk moet je als bedrijf dan ook mensen in je team hebben die kennis hebben van automatisering of digitalisering. Die profielen zijn momenteel eerder schaars, dus in die zin wordt de problematiek deels verlegd.”
“De kloof tussen de schoolbanken en de arbeidsmarkt is momenteel nog altijd een structureel probleem, laat ons dus hopen dat de herwaardering van het technische onderwijs geen dode letter blijft.”
BETON: De cementindustrie is een grote bron van CO2. In een wereld van ‘duurzaamheid’ is dat niet positief voor het imago van de betonsector, die verder nochtans met lokale en natuurlijke materialen werkt. Hoe kijkt u naar het imago van de cementsector, of naar het gebruik van cement in betonproducten?
Vincent Kerkstoel: “Het klopt dat die perceptie één van de grootste uitdagingen is aan het begin van mijn voorzitterschap. Ik merk ook bij onze leden de behoefte om hier duidelijk over te communiceren. Over ‘duurzaamheid’ werden de voorbije jaren heel wat claims gemaakt die niet altijd relevant of waarheidsgetrouw waren.”
“De cementsector is zich zeer bewust van zijn grote CO2-uitstoot en is op weg naar klimaat-neutrale cementen. We bouwen echter met beton en niet met cement. Cement is slechts het bindmiddel en op het vlak van beschikbare bindmiddelen is er ook heel wat in beweging. We moeten er steeds over waken dat een lagere CO2-impact niet gepaard gaat met een grotere milieu-impact. Dan slaan we de bal mis. De innovaties die onze sector bereiken, doen me echt wel geloven in een snelle doorbraak op dat vlak.”
“Een klimaatbeleid uitstippelen is een moeilijke evenwichtsoefening waarin een verminderde CO2-uitstoot en het spaarzamer omgaan met natuurlijke grondstoffen een belangrijke rol spelen. Toch vind ik het enorm belangrijk om te benadrukken dat men niet alle producten of bouwmethodes moet beoordelen in functie van de klimaatmitigatie – waarbij men tracht de gevolgen van de klimaatverandering terug te schroeven – maar ook in functie van klimaatadaptatie. De recente overstromingen hebben die noodzaak helaas opnieuw aangetoond en onze sector kan daarbij helpen. Onze leden bieden een ruim gamma oplossingen aan om regenwater ter plaatse te houden of om water in noodsituaties snel af te voeren.”
“70% van ons gebouwenpark is ouder dan 35 jaar en is goed voor 40% van de CO2-uitstoot. Op dat vlak moet er een grote inhaalbeweging worden gemaakt. De volgende vraag is dan: hoe gaan we in de toekomst wonen en hoe zorgen we ervoor dat we minder ruimte innemen? Als je dat op een kwalitatieve manier wil bereiken, dan is (prefab) beton niet weg te denken. De structurele sterkte, de brandveiligheid, de inertie, de recycleerbaarheid, de levensduur, … geen enkel ander bouwmateriaal combineert al die voordelen.”
“Je haalt trouwens volledig terecht aan dat beton grotendeels met lokale en natuurlijke materialen wordt gemaakt. Ook dat is een érg belangrijke vaststelling. Globalisering en klimaatverandering zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden. Lokale oplossingen zijn daarom des te belangrijker. Europese biomassacentrales bijvoorbeeld draaien op bomenkap uit de Verenigde Staten en Canada. Dat heeft op geen enkele manier nog iets met duurzaamheid te maken, en het toont aan hoe de duurzaamheidsgedachte kan ontsporen.”
BETON: De woningmarkt is onder invloed van de nieuwe (toekomstige) regelgeving – o.a. isolatiegraad, verplicht te bereiken e-peil tegen 2050 – aan het evolueren naar minder vrijstaande woningen. Speelt dit in de kaart van prefab beton?
Vincent Kerkstoel: “Zeker weten. Als we dan toch dichter bij elkaar gaan wonen en leven, moeten we er ook voor zorgen dat dit kwalitatief kan. Hiermee bedoel ik: geen geluidshinder, geen brandgevaar, energiezuinigheid, ruimtelijke aanpasbaarheid, … Beton kan aan al die verwachtingen voldoen. Prefabricatie laat toe om kwalitatief en snel te bouwen. Door de schaarste op de arbeidsmarkt is dat een belangrijk voordeel. Bovendien zijn verschillende betonnen prefab producten geschikt voor circulair bouwen, wat ook meer en meer aan belang wint.”
BETON: De houtsector zit – zeker qua perceptie – in de lift. Toch gebeurt de opmars van de houtskeletbouw niet zonder slag of stoot. De bedreiging van ontbossing, alsook recente problemen die opdoken met betrekking tot de structuur, komen de kop opsteken. Hoe ziet u als voorzitter de betonsector te positioneren tegenover deze opkomende sector?
Vincent Kerkstoel: “Ontbossing is één van de grootste klimaatproblemen van het ogenblik. Het lijkt me dan ook merkwaardig dat er beslist wordt om nog meer te ontbossen. De échte opschaling in de houtbouw, en dus ontbossing, moet trouwens nog gebeuren. Bovendien stel ik vast dat het materiaal de voorbije maanden toch vooral opviel door prijsexplosies en bevoorradingstekorten.”
“Met prefab beton kan je nu al tegen een lage kostprijs kwalitatief én met een lange levensduur bouwen, en dat met respect voor de nieuwe inzichten inzake ruimtelijk rendement en circulariteit. De CO2-voetafdruk van het robuuste betonnen gebouw kan daarbij vergelijkbaar zijn met die van een houten gebouw. Die oplossingen zijn er nu al. We hebben als sector voldoende troeven in handen om vanuit onze eigen sterkte de markt te overtuigen.” (KDA)