Intervieuw met Tom Vanherreweghe – “Denk van bij het begin in prefab”

FEBEFAST verenigt binnen de Federatie van de Betonindustrie (FEBE) de fabrikanten van structuurelementen in prefab beton. De fabrikanten komen elk seizoen één keer samen en bespreken hoe ze de krachten kunnen bundelen om hun producten beter bekend te maken bij de architecten, bouwpromotoren en studiebureaus. FEBEFAST heeft sinds kort een nieuwe voorzitter. We zochten Tom Vanherreweghe op en hadden een boeiend gesprek met hem over de stand van zaken in de wereld van geprefabriceerde structuurelementen.
BETON: Kan u even uw achtergrond schetsen en vertellen vanuit welke professionele positie u voorzitter bent van FEBEFAST?
Tom Vanherreweghe: “Ik ben sinds vijf jaar Plant Manager bij Van Maercke Prefab nv. Dat betekent concreet dat ik de dagelijkse operationele leiding op mij neem. Van Maercke Prefab is onderdeel van Stadsbader nv, een bedrijf dat misschien het meeste bekend is van de wegenwerken, maar dat eigenlijk in alle segmenten van de bouw actief is. Van Maercke Prefab stelt 150 medewerkers tewerk. De fabriek omvat een staal- en een betonafdeling. In de staalfabriek wordt alle wapening voor de prefab elementen voorbereid. De afdeling vervaardigt ook funderingskorven en losse wapening voor andere werven van onze groep.”
“In onze betonfabriek produceren wij onder meer geïsoleerde wanden en volle wanden met verschillende afwerkingen: van glad over uitgewassen tot gekleurd, alsook wanden met motieven. De betonfabriek heeft ook een grote afdeling voor gewapende kolommen en balken. Recent startten we een afdeling voor voorgespannen elementen, waaronder TTT-dakplaten, I-liggers, IV-liggers en brugdekliggers.
BETON: In welke sectoren van de bouw is Van Maercke Prefab hoofdzakelijk actief?
Tom Vanherreweghe: “We zijn vooral actief op de logistieke markt. Hierbinnen is hoogbouw één van onze specialiteiten. Ook retail – shoppingcentra, winkelcomplexen – zit in ons portfolio. Een klein deel van onze productie gaat naar de residentiële markt. We werken voor 75 % voor Stadsbader, 25 % van onze productie gaat naar externe partijen. Zo leveren wij heel wat elementen voor een klant in de woonzorgsector, die sinds kort enkel nog in prefab bouwt. Dat gaat heel goed, omdat de klant in kwestie merkt dat hij een grote tijdswinst boekt sinds hij op prefab is overgeschakeld. Zo bouwen wij alle leidingen vooraf in en voorzien we ook de uitsparingen voor het sanitair.”
BETON: U bent naast Plant Manager ook voorzitter van FEBEFAST. Wat is het voordeel van deze vereniging voor de lidbedrijven en hun klanten?
Tom Vanherreweghe: “Door de krachten van de verschillende bedrijven van structuurelementen te bundelen, vormt FEBEFAST een mooi uithangbord voor de sector. Zo kunnen we de voordelen van structuurelementen in prefab beton verder bekend maken bij o.a. architecten en bouwpromotoren. De bundeling van onze krachten in FEBEFAST stelt ons ook in staat om de normering en de certificatie die aan de sector opgelegd worden, zeer goed op te volgen. Zo volgen we Europese en Belgische regelgeving op de voet en denken we mee in de juiste overlegcomités. Wij, noch onze klanten, zijn er als sector bij gebaat dat er regels verschijnen die niet in overeenstemming zijn met onze sterktes of onze technische mogelijkheden. FEBEFAST vormt een garantie opdat we onze projecten op een goede manier kunnen blijven realiseren. Ook onze klant krijgt zo de garantie dat hij bediend wordt met navolging van de regelgeving.”
BETON: FEBEFAST verenigt een uitgebreid aanbod aan elementen, elk met hun specifieke eisen. Zijn deze elementen qua regelgeving goed te verenigen?
Tom Vanherreweghe: “Het grootste onderscheid zit wellicht in de voorgespannen ten opzichte van de gewapende elementen. Een ander onderscheid is dat het ene lid bijna uitsluitend voor de eigen aannemer produceert, terwijl andere bedrijven eerder losse elementen leveren aan veel verschillende klanten. Dat zijn markten die los van elkaar staan, maar onze belangen zijn dezelfde: duurzaam produceren en klanten overtuigen van de voordelen van prefab.”
BETON: Heeft u speciale ambities met FEBEFAST in de komende jaren?
Tom Vanherreweghe: “De vereniging werkt heel goed. Qua informeren over de mogelijkheden van onze producten ten aanzien van circulariteit en duurzaamheid kunnen we zeker nog een mooi verhaal schrijven. Zo werken we nauw samen met het NAV (Netwerk Architecten Vlaanderen), een organisatie die de kwaliteit van haar lezingen- en opleidingsprogramma heel goed bewaakt. Architecten weten dat ze bij het NAV technisch goede lezingen krijgen. Er is veel interesse voor deze lezingen, ook al is onze naam niet enorm bekend. Vooral grotere bureaus hebben interesse in onze materies. Tegenwoordig gaan we steeds vaker in op ontwerpmethodes binnen het thema van de circulariteit.”
BETON: Hoe ziet u de sector evolueren?
Tom Vanherreweghe: “De sector wordt steeds complexer. Vroeger stond logistiek in de bouw gelijk aan ‘dozen bouwen’. Sinds een jaar of vijf is ‘Design & Build’ heel prominent geworden en daardoor zijn ook logistieke gebouwen meer doordacht en dus complexer. Klanten zijn veeleisender. Het beton wordt ook vaker zichtbaar gelaten, waardoor het vanzelfsprekend ook esthetisch verantwoord moet zijn. Verder gaat de trend steeds meer in de richting van hoogbouw, ook in de logistiek. Zo hebben wij recent een stockageruimte gebouwd met een diepvrieshal van maar liefst 23 m hoog. Dan spreek je over behoorlijke elementen. Andere fabrikanten van FEBEFAST zullen eerder meer elementen produceren voor hoge kantoorgebouwen.”
“Ten slotte wil ik de grotere vraag naar voorspanning ook onder de aandacht brengen. Ketens met showrooms en verkoophallen hebben baat bij grote overspanningen zonder hinderende kolommen. Dat is een evolutie op het gebied van ontwerpeisen, maar er moet wel voldoende ‘knowhow’ zijn in de sector om die te kunnen uitvoeren.”
BETON: Laten we, voor we afronden, nog een actueel thema aansnijden. Wat kunnen we betontechnologisch verwachten van FEBEFAST?
Tom Vanherreweghe: “Verschillende factoren zullen in de nabije toekomst de samenstelling van beton beïnvloeden: de markt, de beschikbaarheid en de prijzen. De cementprijs voor CEM I (Portlandcement met maximaal 5% andere stoffen, n.v.d.r.) is in anderhalf jaar tijd bijna verdubbeld. Ook de komende vijf jaar wordt een significante stijging verwacht. Intussen weten we allemaal dat cement de factor is waar de meeste winst valt te boeken als het op duurzaamheid aankomt. We zoeken natuurlijk naar hydraulische bindmiddelen die minder CO₂ uitstoten. Er zijn tegenwoordig bedrijven die er zich er op toespitsen om alternatieven voor cement te onderzoeken.”
“Qua duurzaamheid willen we betontechnologisch in drie stappen denken. In de eerste plaats moet de CO₂- uitstoot van bindmiddelen – hetzij van cement, hetzij van andere bindmiddelen – naar beneden. Ten tweede moeten we streven naar een lager gehalte aan bindmiddelen bij de productie van beton. Ten slotte moeten we zien dat er minder beton per vierkante meter nodig is, door bijvoorbeeld slankere elementen te produceren. Daar komen voorgespannen elementen snel om de hoek kijken. Ook economisch ontworpen elementen zoals TTT-vloeren zijn dan heel geschikt”.
BETON: We kunnen wellicht stellen dat prefab voldoende geïntroduceerd is in de logistiek, de retail en de markt van appartementen en kantoren. Moet FEBEFAST in die markten nog veel aan promotie en informatieverlening doen?
Tom Vanherreweghe: “Prefab wordt inderdaad gemakkelijk gebruikt voor grotere structuren. Er is echter nog heel wat groeimarge wanneer het aankomt op ‘denken in prefab’. Het is heel belangrijk dat een architect vanaf de start van een project in prefab denkt. Daar ligt nog een wezenlijke informatieve en promotionele taak voor de vereniging. Zeker als we naar circulariteit en duurzaamheid gaan, is het een must om in prefab te denken. De verbindingselementen in prefab bestaan uit losse knopen. Die bieden meer circulariteit, omdat het gebouw kan gedemonteerd worden. Het is een onderwerp waarover de architect steeds meer wil weten. FEBEFAST moet hierop inspelen. Iedereen heeft oog voor circulair bouwen en onze elementen lenen zich daar perfect toe.” (KDA)